Opgebloeid
Er is iets opgebloeid, heel onverwacht, in deze nacht.
Daar moet het zijn, daar zie ik licht,
op een kier staat de deur,
uit de ramen komt licht.
Op mijn tenen ga ik staan,
mijn neus tegen het raam,
met open mond en open ogen, sta ik daar,
verbaasd, verwonderd, ontroerd en aangedaan.
Het wonder van het leven, een kindje, een nieuw begin.
Liefde van mensen, in de ogen van dat kind.
Er is iets opgebloeid, vannacht,
heel onverwacht niet daar, niet in de stal,
maar in mij, heel onverwacht, is iets opgebloeid, vannacht.