Bij de dienst - De Preek
Voor de meeste protestanten en zeker de meeste protestante predikanten is de preek het hoogtepunt van de hele kerkdienst. Velen komen naar de protestantse kerk voor de preek. Dat legt een enorme druk op de preek en meestal valt het dan ook tegen. Zoals de theoloog Miskotte schreef: de preek is een waagstuk. En zoals Paul Oskamp in zijn boekje over de stukjes en beetje bij de kerkdienst schrijft: [een preek]: “het moet te denken geven en troosten; het gaat om uitleg van de bijbel en om persoonlijk appel; mensen willen het vertrouwde horen, en nieuwe dingen. En dan moet het, beïnvloed als wij zijn door de televisie, ook nog kort en krachtig, sprankelend, persoonlijk, dialogisch en op onze situatie betrokken zijn. Dat moet wel haast op een teleurstelling uitlopen.” Je zou wel medelijden kunnen krijgen met al die predikanten voor wie het proces van een preek-schrijven de hele week en met name de zaterdag (avond) voelbaar kleurt. Eigenlijk kan niemand “goed” preken. Als er al iets gebeurt in de preek, dan is het Gods Woord dat geschied en daar hebben we nou net geen invloed op.
Ik moet bekennen dat ik zelf enorm ervan hou om preken te schrijven en ik denk dat het resultaat er ook regelmatig mag zijn. Toch blijft een preek smaakgevoelig. Ik weet dat ik het nooit iedereen naar de zin kan maken, dat ik regelmatig gevoelens kwets of mensen op de tenen trap, de Schrift geweld aandoe, in platitudes verval of het juist zoek in de abstractie voor de “veiligheid”. En toch: ik vind preken geweldig. Het is een ambacht, een vak, maar ook een kunstwerk waar alle taken van een predikant samen komen.
Maar uiteindelijk is het doel van de preek om niet het woord van de predikant te laten klinken, maar het Woord van God. En zoals gezegd, daar hebben we nou net geen invloed op. We kunnen het wel faciliteren, denk ik. Dat probeer ik tenminste wanneer ik een preek schrijf en hou. Maar ook de luisteraar heeft daarin een taak. De oren gespitst houden om dat Woord van de Eeuwige onder, tussen of voorbij de monoloog van de predikant te horen. Soms is het maar een zin of een woord. Of juist een woord dat ontbreekt. Een beeld dat opgeroepen woord of een gevoel dat we net niet kunnen vatten.
Maar ook (en nu preek ik tegen mezelf): de preek is niet het hoogtepunt van de dienst! Het is (slechts) onderdeel ervan. In de vroege kerk bestond DE PREEK niet echt, maar was het met name commentaar op de schriftlezing. Dat commentaar werd zittend gegeven door de bisschop die bij het altaar zat, in navolging van Jezus die ook zittend in de synagoge de Schrift uitlegt (Luc 4:20). Later werd, met name vanwege de akoestiek, een preekstoel gebruikt en die kwam onder invloed van bepaalde klooster-orders centraal in de kerk te staan. Ergens las ik dat de preekstoel ook wel als symbool kan worden verstaan van Jezus’ preek op de berg: de bergrede, een rede over vrede, als symbool voor de preek. Ook in de reformatie was de preek van groot belang en was de preekstoel het centrale punt in de kerk. De laatste tijd komen Woord en Sacrament weer dichter bij elkaar en worden in nieuwere gebouwen geen enorme preekstoelen meer neergezet. De preek van beneden of van boven? Voor allebei is er iets te zeggen. En het blijft een waagstuk.